HomeArtikelenRegelgevingen omtrent het huwelijksaanzoek

Regelgevingen omtrent het huwelijksaanzoek

• Shaykh al-‘allaamah Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan

De Profeet -sallallaahoe alayhie wa sallam- heeft gezegd:

إذا خطب أحدكم امرأة، فقدر أن یرى منھا بعض ما یدعوه إلى نكاحھا؛ فلیفعل
“Wanneer iemand van jullie een vrouw ten huwelijk wil vragen en hij is in staat om te kijken naar datgene dat hem zal aanmoedigen om te trouwen met haar, laat hem dat dan doen.”
[Overgeleverd door Ahmed en Aboe Dawoed]¹

En in een andere hadieth :

انظر إلیھا فإنه أحرى أن یؤدم بینكما
“Kijk naar haar, want het is dan waarschijnlijker dat er liefdeen genegenheid tussen jullie zal groeien.”¹

Deze overleveringen wijzen op de toestemming om naar hetgeen te kijken dat gewoonlijk te zien is van de vrouw, en dat dit heimelijk gebeurt en zonder zich met haar af te zonderen.

De geleerden hebben gezegd: En het is toegestaan voor wie een vrouw ten huwelijk wil vragen, en hij bijna zeker is dat ze zijn aanzoek zal accepteren, om te kijken naar wat gewoonlijk van haar te zien is, zonder zich met haar af te zonderen indien hij zich veilig voelt van fitnah.

En in de overlevering van Djaabir: “En ik was het gewend mij te verstoppen vanwaar ik haar kon zien, tot ik van haar zag wat me aanmoedigde om met haar te trouwen”³

Dit toont aan dat het niet toegestaan is voor de man om zich met de vrouw af te zonderen die hij wil huwen, en dat hij naar haar kijkt zonder dat ze het weet en dat het enkel toegestaan is om te kijken naar wat gewoonlijk te zien is van haar lichaam. Deze toestemming is enkel geldig voor wie bijna zeker is dat de vrouw die hij wenst te huwen zijn huwelijksaanzoek zal aanvaarden. Indien het niet mogelijk is voor de man om naar haar te kijken, kan hij een vrouw naar haar sturen die hij vertrouwt om haar te zien en haar voor hem te beschrijven. Dit is gebaseerd op de overlevering: “Dat de Profeet – sallallaahoe alayhie wa sallam- Oem Soelaym heeft gestuurd om naar een vrouw te gaan kijken”4

En voor wie naar zijn mening wordt gevraagd over een persoon die men wenst te huwen is het verplicht om de tekortkomingen en andere van de desbetreffende persoon te vermelden. En dit is geen roddel.

Verder is het verboden voor een man om directe taal te gebruiken bij het ten huwelijk vragen van een weduwe of gescheiden vrouw gedurende haar wachtperiode (‘iddah), zoals “ik wens jou te huwen”: Dit omdat Allaah -de Meest Verhevene- zegt:

﴾‏‎وَلَا جُنَاحَ عَلَيْكُمْ فِيمَا عَرَّضْتُم بِهِ مِنْ خِطْبَةِ النِّسَاءِ﴿
{En er zal geen schuld op u rusten, indien jij niet rechtsreeks spreekt over een huwelijksaanzoek aan die vrouwen…}

[Soerah al-Baqarah (2:235)]

Het is dus toegestaan om zinspeling te gebruiken bij het ten huwelijk vragen van een weduwe of gescheiden vrouw gedurende haar wachtperiode zoals “ik ben geïnteresseerd in jou” of “laat jezelf niet aan mij voorbijgaan”. Dit wijst op het verbod op direct taalgebruik bij het ten huwelijk vragen van een weduwe of gescheiden vrouw in haar wachtperiode zoals “Ik wens jou te huwen.” De reden hiervoor is dat een direct huwelijksaanzoek de vrouw ertoe kan aanzetten om te zeggen dat haar wachtperiode is beëindigd voor de werkelijke eindtijd, omdat ze verlangt om te trouwen.

Imaam ibn al-Qayyim heeft gezegd: “Het is verboden om een weduwe of gescheiden vrouw in haar wachtperiode ten huwelijk te vragen met direct taalgebruik, hoewel zij niet degene is die beslist over het einde van haar wachtperiode. Dit omdat zij zich dan kan haasten om het aanzoek te beantwoorden en kan liegen over haar wachtperiode.”5

Voor degene die minder dan drie keer van zijn vrouw onherroepelijk gescheiden is geweest, is het wel toegestaan om haar in haar wachtperiode zowel door middel van zinspeling als via een direct aanzoek ten huwelijk te vragen. Dit komt omdat het voor hem toegestaan is om haar gedurende haar wachtperiode opnieuw te huwen.6

Shaykh Taqiyyoeddien heeft gezegd: “Zinspeling als ook een direct aanzoek zijn toegestaan voor de vrouw wiens man het recht heeft haar tijdens haar wachtperiode te huwen.”7

En het is verboden voor een moslim om een vrouw ten huwelijk te vragen die al verloofd is met een andere moslim. Het is dus verboden voor een ander om de hand te vragen van een vrouw die al ten huwelijk is gevraagd en waarvan het aanzoek is aanvaard. Tenzij de eerste huwelijkskandidaat de andere kandidaat toestemming geeft om de vrouw ten huwelijk te vragen of als het huwelijksaanzoek is verworpen. Dit naar aanleiding van de woorden van de Profeet -sallallaahoe alayhie wa sallam-: “Een man mag een vrouw die al verloofd is met zijn broeder niet ten huwelijk vragen, maar hij moet wachten tot de huwelijkskandidaat haar huwt of haar laat.”8 Overgeleverd door al-Boekhaarie en an-Nassa-ie.

En imaam Moesliem heeft overgeleverd: “Het is niet toegestaan voor een gelovige om een vrouw haar hand te vragen als zij al verloofd is met zijn moslimbroeder tot hij haar laat.”9

En in de overlevering van ibn ‘Omar: “Vraag een vrouw die al verloofd is met een ander niet ten huwelijk.”10 Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.

En in de overlevering van al-Boekhaarie: “Een man moet niet om de hand van een vrouw vragen die al verloofd is met zijn moslimbroeder tot de huwelijkskandidaat haar laat of hem toestemming geeft [om haar ten huwelijk te vragen].”11

Deze overleveringen tonen dus aan dat het verboden is om een vrouw ten huwelijk te vragen die al verloofd is met een andere broeder omdat dit het aanzoek kan schaden van de eerste kandidaat. Ook kan dit haat veroorzaken tussen de mensen en is dit een inbreuk op elkaars rechten. Als het aanzoek van de eerste huwelijkskandidaat is verworpen, of hij geeft toestemming aan iemand anders om de vrouw haar hand te vragen, of hij zelf weigert haar, dan is het toegestaan voor de tweede huwelijkskandidaat om haar hand te gaan vragen. Door zijn uitspraak: “…tot de eerste huwelijkskandidaat haar laat of hem toestemming geeft [om haar ten huwelijk te vragen].” En het is de plicht van een moslim om zijn broeder te beschermen en het is niet toegestaan om hem te schaden.

Sommige mensen hechten hier totaal geen belang aan. Hij gaat een vrouw ten huwelijk vragen wetend dat een ander hem hierbij al is voorgegaan en dat zij haar toestemming al heeft gegeven. Hij schendt hierbij het recht van zijn broeder en verpest zijn verloving, wat ten strengste verboden is. Degene die dit bewust doet verdient het geen succes te hebben en gestraft te worden. De moslim moet dus oppassen en de rechten van zijn moslimbroeders respecteren, want het recht van een moslimbroeder op zijn moslimbroeder is immens. Hij mag geen vrouw ten huwelijk vragen die al verloofd is met zijn broeder, noch mag hij proberen de aankoop van zijn broeder te vernietigen om het voor zichzelf te winnen, noch mag hij hem schaden met welke vorm van kwaad dan ook.

Bron: al-Moelakhas Al-Fiqhie (2/329-332) uitgeverij: daar al-‘aasimah


[1] Overgeleverd door Aboe Dawoed (2082, 390/2).
[2] Overgeleverd door At-Tirmidie (1088), (397/3), An-Nasaa-ie (3235), (378/3), An-Nikaah (17), Ibn Maajah (1865), (418/2).
[3] Overgeleverd door Ahmad, Aboe Dawoed, en het is een deel van de vorige overlevering.
[4] Overgeleverd door Ahmad.
[5] Haashiyat ar-Rawd al Mourbi’ (239/6)
[6] Toevoeging vertaler: Shaykh Bin Baaz zei: “Wat betreft de kleine onherroepelijke scheiding: dit gebeurt bij khol’, indien hij één of twee keer van haar scheidt met geld. Dit wordt kleine onherroepelijke scheiding genoemd. Hij mag niet bij haar terugkeren behalve met haar toestemming of een nieuwe akte, omdat zij heerst over zichzelf door die vergoeding. Dus indien hij één of twee keer van haar scheidt met een vergoeding wordt dit khol’ en scheiding met een vergoeding genoemd. Hij mag niet bij haar terugkeren behalve met haar toestemming en een nieuwe akte, dit wil zeggen een nieuwe akte met een walie en twee getuigen, alsof hij een vreemde is door het geld.” http://www.binbaz.org.sa/noor/3968 “Indien de man onherroepelijk scheidt van zijn echtgenote, bijvoorbeeld als hij van haar scheidt voor de huwelijksnacht of erna maar met een vergoeding dan wordt ze een vreemde voor hem. Zij is niet toegestaan voor hem behalve met een nieuwe akte en bruidsschat met haar toestemming” www.alifta.net, #5170.
[7] Haashiyat ar-Rawd al Mourbi’ (240/6)
[8] Al-Boekhaarie (45) An-Nikaah, (249/9, 5144), An-Nasaa-ie (372/3, 3241), An-Nikaah (20)
[9] Moesliem (203/5), (3449)
[10] Moesliem (201/5, 3441), al-Boekhaarie (446/4, 2140)
[11] Al-Boekhaarie (249/9, 5142)